Groei gemeente
De verwachte groei van de gemeente waarbij we voorzien uit te breiden qua inwoners, woningen en niet-woningen, betekent dat de gemeente ontwikkelkosten moet gaan maken. Wij denken aan ontwikkelkosten inzake bijvoorbeeld voorzieningen die ten laste van de gemeente komen en welke niet gedekt kunnen worden vanuit overeenkomsten met projectontwikkelaars. Dit zijn bijvoorbeeld scholen, (bovenwijkse) sport- en wijkvoorzieningen. Ook heeft dit gevolgen op de uitgaven in het Sociale Domein, op het gebied van veiligheid en op uitvoeringskosten van de gemeenschappelijke regelingen. Voorts legt dit een druk op de ondersteuning binnen de gemeentelijke organisatie.
Exacte berekeningen hiervan zijn lastig op te stellen. Vanuit de rapportage, die opgesteld is om de effecten van de groei op de gemeentelijke financiën en daarmee ook op de gemeentelijke organisatie in beeld te brengen, verwachten we de komende jaren extra uitgaven; uitgaven aan voorinvesteringen om te anticiperen op de groei en om deze groei in goede banen te kunnen leiden.
Het betreffen nog globale prognoses welke we in 2022 hebben opgenomen in de begrotingsbudgetten. De kanttekening hierbij is dat deze formatie uiteindelijk, nadat de groeiopgave na 2030 is voltooid, ingroeit in de reguliere formatie die hoort bij een gemeente van ca. 30.000 inwoners.
De eventuele extra inzet vanuit Duo+ is hierin nog niet opgenomen. Het is te verwachten dat de op jaarbasis noodzakelijke inzet in totaal gevraagde inzet niet geleverd zal kunnen worden binnen de standaard DVO-afspraken. Er zal dan geprioriteerd moeten worden of er moeten alsnog extra middelen begroot gaan worden waarbij de niet verhaalbare kosten door de gemeente zelf gedragen worden.
De eerste berekeningen laten zien dat voor het overige, de groei van de gemeente en daarmee de gemeentelijke inkomsten, gelijke tred houden met de groei van de gemeentelijke bedrijfsvoering in al haar facetten. De voorbereidende inzet is daarmee een voorbeeld van kosten, die voor baten uitgaan. Op termijn zal hier als gevolg van de gerealiseerde groei vanzelf dekking voor ontstaan. Helaas is het in de gemeentelijke financiële huishouding niet toegestaan om toekomstige dekking aan te wenden voor kosten die nu gemaakt gaan worden, afgezien van grondexploitaties.
Het risicobedrag is € 200.000 structureel, kans klasse 3 (50%), derhalve € 100.000.